[Als je liever luistert naar dit artikel, klik dan HIER]
Ik heb de voorbije periode diverse verhalen gehoord van (echt) goede zorg.
Verhalen die je achtervolgen.
(Je bent blij dat ze je achtervolgen.)
Ze raken je hart.
Iemand die een familie opzocht en nabij bleef terwijl hun wereld verging.
(Zich er heel stuntelig bij voelde staan.)
Iemand anders die begreep wat belangrijk was voor een gezin op dat eigenste ogenblik en dat mogelijk maakte. Iets heel concreet. Iets dat niet in haar takenpakket zit.
(Zich onzeker voelde: ‘zouden collega’s vinden dat ik te ver ga voor mijn cliënten?’)
Teamleden die gevoelig blijven (proberen) aansluiten bij een vrouw die onvoorstelbaar lijdt, haar opzoeken, dicht bij de hel waarin zij zich bevindt.
(Het gevoel hebben dat ze tekortschieten, dat ze er ‘gewoon’, ‘slechts’ ‘een beetje’ proberen te zijn voor haar.)

Hoe weet je of je een bekwame hulpverlener aan het zijn bent?

Stuntelig.
Onzeker.
Tekortschieten.
Dat was wat die hulpverleners aan het ervaren waren.
Zijn dàt misschien de signalen die erop wijzen dat we (heel) goed bezig zijn?
(En wij die dachten dat bekwaamheid zich laat voelen door zelfvertrouwen, het hoofd rechtop, een besef van bekwaamheid.)
Vriendelijke groeten,
Johan Van de Putte
 
 
 

Nieuwsbrief

Een mailtje na een nieuw artikel?

Schrijf je uit wanneer je wil. Powered by ConvertKit

Deze website gebruikt cookies. Door verder te surfen op deze website accepteer je het gebruik van cookies.  Meer info