Ik vind Johnella Bird, een Nieuw-Zeelands psychotherapeute, een interessant mens. Zo doet ze iets met taal. Wanneer ze het zich ontwikkelende verhaal van de cliënt teruggeeft – en dat doet ze regelmatig – dan geeft ze het terug in een soort relationele taal.
Ze ver-taalt het verhaal zodat de cliënt zichzelf ervaart in relatie tot zijn ervaringen, ipv er helemaal mee samen te vallen.
Ik moet me preciezer uitdrukken: de cliënt gaat zichzelf ervaren in relatie tot de beschrijvingen die hij gebruikt voor zijn ervaringen.

Het verdrietige gevoel dat je gewaarwordt

Een voorbeeld.
Cliënt geeft de volgende beschrijving: Ik ben verdrietig.

In deze beschrijving verschijnt er een ‘ik’ dat redelijk totaal gekenschetst wordt als verdrietig.

Johnella Bird zegt dan:

Het verdrietige gevoel dat je gewaarwordt …

In deze reconstructie heb je een ‘je’, een verdrietig gevoel en de ‘je’ staat in relatie tot dit verdrietige gevoel en neemt er een licht actieve positie tegenover in: de ‘je’ neemt het verdrietige gevoel nl waar.
Bird noemt dit een relationele taalpraktijk.

Deze ambitieuze houding die je aangenomen hebt

Dit schrijft ze:

De waarheid van identiteit-construerende beschrijvingen, zoals ‘ik ben vastberaden’ of ‘ik ben zelfverzekerd’ verliezen hun centrale positie wanneer relationele beschrijvingen gebruikt worden als ‘dit vastberaden standpunt dat jij opnam toen …’ of ‘het vertrouwen dat je toont wanneer …’

Een voorbeeld.
Cliënt: Ik ben een ambitieus persoon, ik stel mijn doelen en dan ga ik ervoor. Iedereen die vastberaden is kan zo succesvol worden als ik.

In deze versie valt de ‘ik’ redelijk totaal samen met ‘ambitieus’, met ‘ervoor gaan’, met ‘vastberaden zijn’.
De conventionele taalstructuur creëert een persoon die ambitieus is.

Relationele ver-taling:

Deze ambitieuze houding die je aangenomen hebt, wanneer werd jij je voor het eerst bewust van deze houding?

In deze vraag kan de persoon zichzelf ervaren in relatie tot de ‘ambitieuze houding’ en ook hier wordt de persoon een licht actieve positie toegekend: hij heeft de ambitieuze houding aangenomen.
Het is een aspect dat hoort tot hem en tot zijn leven maar het is niet de totaliteit van hem.

De ervaring van de persoon kan nu verder onderzocht worden. Het is makkelijker om iets te onderzoeken waar je niet mee samenvalt. In de relatie tussen persoon en ‘ambitieuze houding’ kan nu gekeken worden naar de specifieke contexten die de ervaring van de persoon ondersteunen of tot stand brengen.

Deze vastbeslotenheid om te slagen waar je het over had, wie ondersteunt die?

Hoe heeft dit gevoel van verantwoordelijkheid dat jij koestert een impact op onze relatie?

Cliënt: Ik voel me verantwoordelijk voor …
‘Ik’ en ‘verantwoordelijk’ vallen redelijk samen.

Relationele ver-talingen:

Hoe zou je het gevoel van verantwoordelijkheid dat jij koestert beschrijven?

De ervaring van het dragen van dit gevoel van verantwoordelijkheid: welk effect heeft dit gehad op hoe jij omgaat met levensgebeurtenissen?

Het dragen van dit gevoel van verantwoordelijkheid: wordt dat gewaardeerd door anderen in jouw leven?

Hoe heeft dit gevoel van verantwoordelijkheid dat jij koestert een impact op onze relatie?

Ook hier:

  • een ‘jij’ in relatie tot een ‘gevoel van verantwoordelijkheid’,
  • de cliënt wordt uitgenodigd om dit contextueel te onderzoeken: bij voorbeeld bepaalde effecten ervan en de (afwezigheid of beperkte) waardering ervan door anderen, en
  • een licht actieve positie van de ‘jij’ want die ‘koestert’ (of ‘draagt’) een gevoel van verantwoordelijkheid.

Die ‘licht actieve’ positie waar ze mensen door relationele taal in plaatst, dat gaat voor Johnella Bird over ’agency’. ‘Agency’ is een begrip waar ik geen strakke Nederlandse vertaling voor ken: het slaat op een ervaring dat je kan handelen. Een gevoel dat we gemakkelijk kwijt kunnen raken als we ons op lastig levensterrein bevinden. Een gevoel waar mensen soms weinig vertrouwd mee zijn als gevolg van langdurige ervaringen van onmacht.

Niemand luistert naar mijn standpunt

In relationele taal kunnen mensen een notie die ze als vanzelfsprekend beschouwd hadden herbekijken.

Cliënt: Niemand luistert naar mijn standpunt.

Verkenning in relationele taal:

Hoe zou je weten dat er geluisterd wordt naar het standpunt dat je inneemt? Wat zou dat veranderen?

Stel dat er geluisterd wordt naar het standpunt dat je inneemt maar men is het er niet mee eens, zou je dat ervaren als luisteren?

Dit standpunt dat jij inneemt, hoe ben je tot dit standpunt gekomen?

Is het een standpunt dat kan veranderen?

Wanneer je de standpunten beluistert die anderen innemen, welke invloed heeft dat op het standpunt waar jij in gelooft?

Relationele taal dus.
Ik vind het heerlijk.
Er komt telkens iets van ruimte.
Zo voelt het.

Johan Van de Putte

 

Nieuwsbrief

Een mailtje na een nieuw artikel?

Schrijf je uit wanneer je wil. Powered by Kit

Deze website gebruikt cookies. Door verder te surfen op deze website accepteer je het gebruik van cookies.  Meer info