Toen ik begon als psycholoog was ik trots op mijn talent om hypotheses te bedenken en interpretaties te maken.
Dat is veranderd.

Mijn ideaal is om zo weinig mogelijk in te vullen voor mijn gesprekspartners (cliënten).

En toch.
Onze geest is zo vlug als water.
Zelfs al wil je dat niet, je krijgt een aanvoelen van wie de ander is, hoe haar leven is, hoe ze gaat reageren bij dit of dat, wat ze wil, waar ze behoefte aan heeft, waar ze bang van is, waar ze op hoopt, wat ze nodig heeft, wat goed of slecht voor haar is, wat ze vindt van dit of dat.
En dat beïnvloedt je denken en luisteren, je doen en laten.

Hoe positioneer je je tegenover zo’n hypothese/interpretatie die de kop opsteekt en die jouw doen en laten beïnvloedt?

Ik had het hierover met Johnella Bird, een Nieuw-Zeelandse psychotherapeute.
Zij is geen voorstander van het ‘uitageren’ van onuitgesproken hypotheses op mensen (cliënten).

Anders

Ik bezoek soms Anders. Die is vaak onrustig. Dat zegt hij zelf, en ik zie het ook. Ik stem me daar op af. Ik verander van onderwerp wanneer ik de indruk heb dat de spanning sterk stijgt. Of ik stel voor om het gesprek af te ronden en een volgende afspraak te maken.

Johnella Bird stelde een alternatief voor.
Ik zou dit kunnen zeggen:

Ik merk, terwijl we aan het praten zijn, dat de fysieke spanning bij jou naar boven gaat. Merk jíj dat op?

Indien ja:

Wanneer merkte jij dat op? Waar hadden we het over?

Dan zou ik Anders zijn ervaring verder kunnen verkennen.

Dus niet zomaar voortgaan op wat ík denk en daar naar handelen, maar er een vraag laten uit voortkomen.

Ik vroeg Johnella: ‘Wat als ik dat zou doen, en Anders wordt daar mega-gespannen door?’

Johnella:

Anders, wat ik merk is: nu we praten over de spanning, gaat die naar boven. Laten we iets anders doen. Laten we iets drinken, of even bewegen. Of zullen we een experiment doen? Als ik me wegdraai van jou, gaat de spanning dan naar boven of naar beneden?

Dit geeft Anders misschien een praktische ervaring van regie (‘agency’): een ervaring iets te kunnen doen dat een verschil maakt.

Belinda

Ik vertel Johnella over Belinda.
Die vertelt vaak dezelfde verhalen. En ik luister ernaar.
Dat her-vertellen van dezelfde verhalen: eigenlijk weet ik niet wat dit voor Belinda betekent. Ik ga er gewoon van uit dat dit belangrijk voor haar is en dat ze wil dat ik het begrijp.
Maar ik heb haar dat nog nooit gevraagd.

Johnella stelde deze vragen voor.

Wanneer je klaar bent met dit te vertellen: geeft dit op een of andere manier een verschuiving of verandering?
Steunt het spreken hierover met mij jou op een of andere manier?
Is er iets hierin dat je wil dat ik begrijp? En dat jou misschien aanzet om het opnieuw te vertellen?
Eens het verhaal start, kan je het nog onderbreken?

Als ik zulke vragen zou stellen – ipv van zomaar voort te gaan op mijn aanvoelen – dan zouden Belinda en ik beter begrijpen wat er gebeurt in dit vertellen en her-vertellen en dan kan ik me er beter op afstemmen.

We kunnen dan allebei actief zijn in het vorm geven aan onze samenwerking en aan onze relatie.

Johnella Bird heeft altijd gewerkt met mensen die complexe misbruik- en mishandelingstoestanden meegemaakt hebben (en/of dat nog aan het meemaken zijn).
Haar ervaring vanuit dat werk is dat het veel kan betekenen wanneer mensen (cliënten) een actieve positie kunnen innemen in het onderhandelen van de therapeutische relatie. Dat kan een unieke ervaring voor hen zijn in relatie met iemand die een machtspositie inneemt.

Cora

Cora stelt me soms aan anderen voor als haar coach bij het opstarten van haar bedrijf. Da’s een oude en kostbare droom van haar.
Ik vertel Johnella over deze ontmoetingen.
Ik vertel haar dat ik het als mijn taak zie om aan Cora haar zijde te staan.
Dat het leven van Cora niet makkelijk is, dat er moeilijke dingen spelen. Daar praat ze soms nadrukkelijk niet over. Wel over het bedrijf dat ze ooit wil leiden.

Johnella stelde voor – als ik een collaboratieve relatie beoog met Cora – om de agenda heel expliciet te maken. Ik zou kunnen zeggen:

Ik besef dat er veel gaande is in jouw leven. Er is het bedrijf dat je wil oprichten. Er is [moeilijke toestand X]. Er is [moeilijke toestand Y]. Er is [moeilijke toestand Z]. Ik besef dat wij nu niet praten over X, Y, Z.
Wat denk jij daarover?
Vind je dat een goed idee?
Wil je dat we X, Y, Z aan de kant schuiven?
Werkt dat voor jou?

Niet tussen de lijnen lezen en daar dan naar handelen.

Blij

Ik heb er zin in.
Nog wat minder vaak ideeën en aanvoelens zomaar ‘uitwerken’ op mensen (cliënten).
Vanuit mijn idee en mijn aanvoelen een vraag stellen die de ander (cliënt) in de gelegenheid stelt om actief te zijn in het vormgeven aan onze samenwerking.

Ik werd blij van dit gesprek.

Hoe ga jij om met die onuitgesproken hypotheses die je voelt inwerken op jullie gesprekken?

Johan Van de Putte

Nieuwsbrief

Een mailtje na een nieuw artikel?

Schrijf je uit wanneer je wil. Powered by Kit

Deze website gebruikt cookies. Door verder te surfen op deze website accepteer je het gebruik van cookies.  Meer info