Jezus in de gevangenis

Ik spreek Steve.
Onze vorige afspraak was niet doorgegaan.

De politie was bij hem langs gekomen.
Om hem mee te nemen.
Naar de gevangenis.
‘Voor een jaar’, hadden ze gezegd.
Steve was bij verstek veroordeeld.
Daar wil ik het verder niet over hebben.

We praten.

Je weet dat ik geloof in Jezus?

vraagt hij.

Weet je, toen de politie hier was om mij op te pakken, was ik zooo rustig.
Ik begrijp het zelf niet. Het was alsof een rust me aanraakte.
Ik bleef kalm.
Ik heb mijn advocaat gebeld en dan heb ik mijn telefoon aan mijn broer gegeven.
Ik ben meegegaan en ik dacht toen:
’Een jaar… 1 derde… Dat is dus 4 maanden. Over 4 maanden ben ik terug vrij.
Vergeet de reis [een grote reis die Steve geboekt had, om familie te bezoeken; een reis waar hij ontzettend naar uitgekeken had].
Sluit je gewoon nu 4 maanden af van de wereld.’

Hij had in de gevangenis de mensen die hij ontmoette een hand gegeven. Hij was vriendelijk geweest tegen iedereen.

De dag erna moest hij naar de directeur.
Ook hem had hij vriendelijk begroet.
De directeur had hem gezegd dat hij tot 30 december ging moeten blijven.
’Wow, dan ben ik vrij op nieuwjaar,’ had hij toen gedacht. ’Nog beter.’

Steve zet zijn relaas verder.

Psycholoog die (niet meer) flipt

Ik dacht: dit is een sterk verhaal.
(Ik zei hem dat ook.)

(Als je meer wil lezen over hoe zo’n verhalen kunnen ‘werken’, lees dan ‘Lusten rauwe verhalen ons rauw‘? & ‘Wat als‘?)
Ik moest denken aan enkele weken eerder.
Ik had toen plots mijn email-account niet meer kunnen gebruiken.
En ik kreeg dat maar niet in orde.
Ik was geflipt.
(Dat zei ik hem ook.)

Ik ben psycholoog.
Ik kan zonder voorbereiding een cursus emotieregulatie geven.
Relaxatie.
Meditatie.
Maar ik flipte.

En Steve?
Steve bleef rustig.
Hij liet zijn droomreis los.
Hij dacht aan het moment dat hij terug vrij zou zijn.
Hij probeerde vrede te nemen met de beperkingen die hem opgelegd werden.
Hij gaf mensen een hand.
Hij nam contact.
Hij was vriendelijk.

Dit gesprek liet me niet los.
Het verhaal is onder onder mijn huid gekropen.
Luisterend naar Steve’s verhaal heb ik meegemaakt wat hij meegemaakt heeft.
Ik heb gedaan wat hij gedaan heeft.
Een sterke ervaring.
En dit heeft dingen in mijn leven veranderd.
Zo ontdekte ik na ons gesprek.

Eén keer had ik gedacht aan iets dat wel eens fout zou kunnen lopen.
Hoe dat zou zijn.
Een ongerustheid had me toen bekropen.
En dan had ik aan Steve zijn verhaal gedacht.

Als dat gebeurt, ga ik aan Steve denken.

Had ik gedacht.

Hoe zou het zijn als ik dan als Steve kon doen?
Rustig zijn.
Wie weet kan ik dan ook vriendelijk zijn?

Onmiddellijk was ik op een rustige plek in mezelf terechtgekomen.
Wow.

Een andere keer was ik (alweer) in een ergernis geschoten over een chauffeur met een agressieve rijstijl.
Ik had toen ook aan Steve gedacht.
Hops.
Een kalme plek.

Ik kon blijkbaar terugvallen op de ervaringen die Steve zijn verhaal me gegeven hebben.

Levende documenten

Zou Steve ook kunnen terugvallen op het verhaal dat hij me verteld heeft?
Misschien.

Ik droom er al jaren van om werk te maken van ‘levende documenten.’
Documenten die blijven veranderen.
Ze veranderen omdat steeds meer mensen er toe bijdragen.

Voorbeeld.
Ik start met een document.
Titel?

Hoe mensen proberen omgaan met tegenslag.

Ondertitel?

Echte verhalen van echte mensen.

En ik vraag Steve of hij zijn verhaal daarin wil opschrijven.
Ik zeg dat ik dat verhaal dan kan laten lezen door iemand anders.
Die ook met iets zwaar te maken heeft.
Misschien heeft die daar iets aan.

Enkele weken later.
Ik praat met Priscilla.
Zij heeft met iets super-zwaar te maken.
We hebben het over hoe ze daar mee probeert om te gaan.
Kleine dingetjes die een klein verschil maken.
Ik spreek over het project.
Het project ‘Hoe mensen proberen omgaan met tegenslag. Echte verhalen van echte mensen’.
Ik zeg haar dat ik één bijdrage heb.
Van een echt mens.
Of ze geïnteresseerd is om die te lezen.
Goed mogelijk dat ze er niets uit kan halen dat haar nu van pas komt.
Maar we kunnen daarna verder praten over wat zij nu doet en probeert te doen.

Priscilla akkoord.
Ik geef het document mee.
Week erna.
We praten erover.
Wat heeft haar aandacht getrokken?
Waar moest ze aan denken toen ze het las?
Hoe heeft ze deze week de shit van haar leven proberen handlen?
Ik luister en vraag en geef haar woorden terug.
Samen met die van de vorige keer.

Ik vraag haar of ze iets van haar aanpak zou willen opschrijven voor het document?
Nee, dat ziet ze niet zitten maar ik mag het opschrijven.
Echt?
Ja.
Ik ga aan de slag.
Ik schrijf een klad.
Ik gebruik haar woorden.
Ik leg het haar voor.
Ik lees voor.
Wat moet er anders?
Wat moet weg?
Wat zou ze er graag aan toe voegen?

David Newman beschrijft deze praktijk van ‘levende documenten.’
Het helpen creëren van documenten over vaardigheden, inzichten en vormen van kennis van mensen.
Zo’n document delen met iemand (cliënt) wanneer er een overlappend thema of bekommernis speelt.
Door zo’n document van een ander te lezen worden de eigen vormen van kunnen en weten meer zichtbaar.
Ze kunnen op hun beurt opgenomen worden in het document.

Newman haalt aan dat deze praktijk mensen met elkaar verbindt die zich vaak geïsoleerd voelen.
Bovendien ‘de-centreert’ het hem als therapeut
Hiermee bedoelt hij dat deze praktijk niet zijn ideeën en levenspraktijken centraal stelt maar die van de mensen in de cliëntpositie.

De altruïstische positie

Soms vraag ik mensen of ik iets van hun verhaal mag delen met anderen.

Ik spreek regelmatig met mensen die het moeilijk hebben.
Als ik iemand spreek die iets zou kunnen hebben aan wat jij me nu verteld hebt, mag ik dat dan delen? Zonder jouw naam te noemen?
Ik denk dat er mensen zijn die echt iets zouden kunnen hebben aan wat jij me nu verteld hebt.

Het mag altijd.
Daar ben ik dankbaar voor.
Mijn therapeutisch repertoire breidt zich uit.
Met echte inzichten.
Echte praktijken.
Met een echt verhaal.
Geen boekenwijsheid.

En: de persoon neemt een andere positie in dan de cliënt-positie.
Een positie van expert.
Een altruïstische positie ook: iets kunnen betekenen in het leven van een ander die het moeilijk heeft.

Johan Van de Putte

PS Elk jaar geef ik een workshop over het co-creëren van therapeutische documenten in het kader van de Jaaropleiding Narratieve Therapie

 

Nieuwsbrief

Een mailtje na een nieuw artikel?

Schrijf je uit wanneer je wil. Powered by Kit

Deze website gebruikt cookies. Door verder te surfen op deze website accepteer je het gebruik van cookies.  Meer info